|
||||||||
|
Wat ons betreft, is deze plaat de tweede ontmoeting in korte tijd met het Folkalist platenlabel, nadat we heel recent flink van onze sokken geblazen werden door Kavita Shah en haar “Cape Verdean Blues”. Het verhaal achter Juana Luna lijkt enigszins gelijklopen te zijn: een dame die van Argentijnse komaf is, maar tegenwoordig in New York huist, nadat ze ongeveer de halve wereld bereisde en aan de kost kwam met haar jazzy folkrepertoire. Op deze plaat, haar tweede, betuigt ze haar respect voor de volkswijsjes die haar jeugd kleurden en die ze dus van ouders en grootouders meekreeg. Tegelijk is de plaat ook een eerbetoon aan de vrouwelijke (voor)ouders die medebepalend waren voor de ontwikkeling van de zangeres, ook als vrouw. Zelf omschrijft ze de plaat als een soort aanvaardingsritueel in naam van alle vrouwen, die niet of nauwelijks gehoord worden en wier verhalen al te gemakkelijk onder de mat geveegd worden. Ingekleurd met heel straffe arrangementen van The New York Philharmonic Orchestra, worden hier een dozijn liedjes geserveerd, deels door de zangeres zelf geschreven en deels oudere, vaak traditionele Argentijnse liederen. Op die manier schept de zangeres een mooie verbinding tussen de muziek van de ouderen en haar eigen levensloop, die er nogal vaak op neerkwam dat ze reisde en ergens nieuw aankwam en zich daar moest zien te settelen. Daar ging vaak ook het proces mee gepaard van het observeren van ’s mensen beslissingen in een compleet nieuwe context. Naast de prachtstem van Juana -dat is het eerste dat je vanaf de eerste beluistering noteert, valt hier op dat de nieuwe composities van de zangeres zelf uitblinken in knappe melodieën en naadloos aansluiten bij het traditionele werk, waarvan je alvast “La Paloma”, “Las Golondrinas” en “Serenata del 900” herkent. Het spreekt voorz ich dat het iets meer tijd vergt om de eigen composities te leren kennen, maar al snel kun je niet anders dan helemaal verknocht geraken aan “Palabras”, “Barco de Papel”, het afsluitende “Emilia” en het enige Engelstalige nummer van de plaat, “Together”. Daarnaast springen ook de fijne bandoneon- en accordeonklanken in het oor en merk je dat de hele club van meewerkende muzikanten -ik tel er negentien- zich de eigen muzikale taal van de zangeres en haar arrangementen heeft eigengemaakt en zo kunnen we dus onomwonden stellen dat dit een bijzonder fijne plaat is van een dame die heel veel te vertellen heeft. Juana Luna staat voor wat ze zingt en ik heb het stille vermoeden dat het indrukwekkend moet zijn haar live aan het werk te zien. Een mens mag wel hopen, niet? Overigens is Kavita Shah als( co)-producer bij dit erg knappe werkstuk betrokken en hebben we er dus in één moeite een nieuwe favorietentandem bij. (Dani Heyvaert)
|